Specifieke voetbaltermen...
Sommige voetbaltermen zijn zeer specifiek, ze worden soms in slechts één land gebruikt.
Zo kent iedereen Catenaccio en Schwalbe maar wat bedoelen Tsjechen met een Anglican en Duitsers met een Wembleytor?
Een overzichtje van rare of grappige termen vind je hieronder.
De taal waarin de term gebruikt wordt staat er steeds bij.
Een Anglican (=Engelsman) is een bal die binnen gaat via de paal. (Tsjechisch)
Een Mozes is tussen twee verdedigers dribbelen en zo de zestien in gaan. Is afgeleid van het splitsen van de Rode Zee door Mozes. (Deens)
Pong wordt gebruikt wanneer een ploeg de bal achteraan blijft rond spelen om tijd te rekken.
Is afgeleid van het jaren '80 videospel 'pong' waarbij een blokje heen en weer moest gespeeld worden. (Deens)
Le foulard (= de sjaal) is de bal met gekruiste benen achter het steunbeen spelen. (Frans)
Een Fahrstuhlmannschaft (= liftploeg) is een ploeg die steeds op en neer gaat tussen twee divisies. (Duits)
Een Englische Woche (= Engelse week) is een week waarin een ploeg in het weekend en op woensdag moet spelen. (Duits)
Een Wembleytor (= Wembleygoal) is een doelpunt dat wordt toegekend ondanks het feit dat de bal niet over de doellijn gegaan is. Remember 1966... (Duits)
(zie foto)
Een Cucchiaio (= lepel) is een penalty die zacht in het midden van het doel geplaatst wordt, ook wel Panenka penalty genoemd. (Italiaans)
Drible da vaca (= koeiendribbel) is de bal langs één kant van de verdediger tikken en hem langs de andere kant voorbijlopen. (Portugees)
Een Peixinho (= visje) is een kopbal in duikvlucht. (Portugees)
Een Armario (= kleerkast) is een stevige centrale verdediger. (Spaans)
Kuvalisha kanzu (= een lang priesterkleed dragen) is de bal over het hoofd van de verdediger tikken en de bal dan terug meenemen. (Swahili)
::Bart::
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home