Duik onder in de kelders van de voetbalwereld; vergeten voetballers, nutteloze weetjes, fotoreportages, legendarische clubs, straffe verhalen en de Foota Morgana opdrachten...

woensdag, maart 28, 2007

Exclusief interview met Jan-Pieter Martens (deel 1)

Een lekkere lentezon parkeerde zich op mijn schouders toen ik vanmiddag in Hasselt aanbelde bij Jan-Pieter Martens.
Hij pakte nog even zijn vest en zonnebril en 5 minuten later zaten we te genieten op een terras in de binnenstad.
Wat zou volgen was een gesprek van 2 uur over zijn leven als voetballer en zijn huidige leven.
Het eerste deel van het interview, over zijn leven als voetballer kan je vandaag al lezen, de rest volgt morgen.


Je zette je eerste stappen op het hoogste niveau bij KV Mechelen en dat als Hasselaar. Hoe zat dat?
JPM: Op mijn 14e zakte Hasselt naar derde klasse en zocht ik een club uit 1e of 2e afdeling zodat ik in de nationale jeugdreeksen kon blijven spelen. Er was contact met ondermeer Club Brugge maar aangezien er van me verwacht werd dat ik daar op internaat ging opteerde ik voor Malinwa.
In de periode tussen 1994 en 1996 speelde ik regelmatig mee met het eerste elftal en het liep vlot voor mij.
Op dat moment had ik nog geen echt profcontract; ik verdiende ongeveer 1000 euro per maand, net genoeg om mijn studies en mijn onkosten te betalen.
Toen ik in 1996 einde contract was ging ik praten met het bestuur over een ‘echt’ contract. De boot werd door het bestuur gedurende een paar weken wat afgehouden en niemand kon of wilde me blijkbaar zeggen hoe het zat.

En toen kwam Roda op de proppen?
JPM: Roda liet verstaan dat het geïnteresseerd was. We hadden gesprekken en de club uit Kerkrade was heel duidelijk; Babangida vertrok en ik was de geschikte man om dat verlies op te vangen. Mechelen bleef aarzelen en de transfer was vrij snel in kannen en kruiken.

In Kerkrade was het niet altijd rozengeur en maneschijn?
JPM: Ik kende er hoogtepunten en laagtepunten, vooral na het vertrek van Stevens naar Schalke vlotte het niet meer zo goed.
Martin Jol –de huidige manager van Tottenham- kwam en na twee dagen hing hij een lijstje op met de namen van spelers die mochten vertrekken, ik was erbij.
Er was geen aanwijsbare reden maar Jol had op twee dagen beslist dat ik overbodig was. De Nigeriaan Lawal speelde op mijn plaats en ik moest niet op een basisplaats rekenen.
Het was niet allemaal slecht in Roda; ik speelde er samen met een aantal Belgische jongens zoals Schops en Vanderheijden en dat klikte meteen goed.
Ook de gewonnen bekerfinale tegen Heerenveen zal ik nooit vergeten.


Jan-Pieter bij Roda JC.

Toch besloot je om te vertrekken?
JPM: Achteraf bekeken had ik misschien iets langer moeten doorbijten, ik was nog jong en mijn speelkansen moesten misschien nog komen maar ik was het bankzitten en het gebrek aan communicatie met Jol beu.
En dan moet je weten; één keer heb ik zelfs nog zijn vel gered; zijn job stond op de wip en we stonden met 2-1 achter. Ik mocht invallen en scoorde twee keer. Zo stelde ik dan ook nog eens zijn job veilig (lacht).

En toen kwam Oostenrijk?
JPM: Er was eerder al contact geweest met Sturm Graz maar toch besloot ik om een tweede seizoen bij Roda te spelen. Ik speelde een aantal goede wedstrijden maar toch viel ik tot mijn ergernis weer naast de ploeg wanneer iedereen fit was.
Na de winterstop contacteerde ik mijn manager, ik wilde weg.
Graz had nog steeds interesse en ik vertrok naar Oostenrijk.

Dat was een mooie periode?
JPM: Ja, de periode bij Graz was de mooiste van mijn carrière; we werden een paar keer kampioen en speelden 3 keer in de Champions League. Eén seizoen konden we zelfs overwinteren in het kampioenenbal en dat kunnen niet veel Belgische spelers voorleggen hé! (lacht) Het was fantastisch om in een vol Old Trafford te spelen of het thuis op te nemen tegen een Real Madrid met Mijatovic en Suker in de voorlinie.

Wat moeten we ons voorstellen bij het Oostenrijkse voetbal?
JPM: In de eerste Bundesliga wordt er best wel aardig gevoetbald, eigenlijk valt het te vergelijken met het Belgische voetbal. Ik denk dat clubs als Anderlecht en Brugge ook in Oostenrijk mee zouden strijden voor de titel.
Wanneer je lager zakt dan eerste klasse is het echter een ander verhaal, dan zit je al snel op het niveau van ons provinciaal voetbal en ik spreek uit ervaring; ik heb na mijn periode bij Graz nog even in tweede en derde afdeling gespeeld maar voor dat niveau kon ik me niet meer opladen.

Spelen er vedetten in het Oostenrijkse voetbal?
JPM: Veel Kroaten en Hongaren maken er een tussenlanding voor ze doorstoten naar een Europese topper.
De beste speler waar ik tegen gespeeld heb was Dejan Savicevic.
Hij speelde in de nadagen van zijn carrière bij Rapid Wien.
In een bepaalde wedstrijd speelde hij ons op z’n eentje helemaal weg, na 25 minuten had hij al tweemaal gescoord. Na een halfuur viel hij uit en toen was het aan ons; we wonnen nog met 3-2 (lacht).

Wordt Jan-Pieter Martens nog herkend op straat?
JPM: In België niet, dat merk je hier zelf ook wel (lacht).
Als ik in Oostenrijk buitenkom word ik regelmatig herkend, zeker in Graz.

Je bent eigenlijk jong gestopt?
JPM: Het voetbalwereldje was misschien niet helemaal voor mij weggelegd, of omgekeerd.
Ik ben niet de jongen die enkel ja knikt en blindelings doet wat zijn manager van hem verwacht en dan wordt je al snel een ‘moeilijk manneke’.
De moeite die ik had met de mentaliteit in het wereldje en nog een paar andere kleinere voorvallen hebben de emmer doen overlopen, ik had er genoeg van.

Ben je achteraf bekeken, tevreden over wat je bereikt hebt?
JPM: Over wat ik met Graz bereikt heb, ben ik zeer tevreden.
Misschien was ik nog iets langer in België moeten blijven, dan had ik ook hier erkenning gekregen.
Maar eigenlijk ben ik nu helemaal niet meer met dat voetbal bezig, dat is een afgesloten hoofdstuk. Hoewel ik moet toegeven dat het wel deugd doet om er nog eens over te praten…

::Bart::

Morgen kan U het vervolg van het interview lezen, zo komt U te weten wat Jan-Pieter nu doet, na zijn leven als profvoetballer...